Stadsgroen en water hebben een directe economische waarde. Mensen hechten waarde aan een aantrekkelijke, groene woonomgeving, wat (deels) tot uiting komt in een hogere huizenprijs. Volgens onderzoekers Jókövi en Luttik varieert deze waardestijging van 4 tot 12 procent, afhankelijk van de ligging van de woning en het type water of groen. ‘Naar schatting zijn kopers bereid gemiddeld 7 procent te betalen voor hun woning als deze direct grenst aan openbaar groen of water. Een vrij uitzicht op de open ruimte leidt tot 12 procent prijsverhoging, terwijl de aanwezigheid van aantrekkelijke natuur in de buurt van de woonplaats een waardestijging oplevert van 5 tot 10 procent. Een bijzonder geval zijn huizen met tuinen grenzend aan water dat in verbinding staat met een recreatieplas; voor deze woningen kan de waardestijging oplopen tot bijna 30 procent.’
Een woning met een tuin aan water was voor de woningcrisis 30 procent duurder dan een vergelijkbare woning op een andere locatie
Uit hun studie Rood en groen: het combineren van verstedelijking en natuur in de praktijk blijkt ook dat groen in de stad en de woonomgeving belangrijk zijn in relatie tot het vestigingsklimaat voor kennisintensieve en internationale bedrijven en hogeropgeleiden: ‘Bedrijven meten de kwaliteit van de woon- en recreatieomgeving vooral af aan de differentiatie in het woonmilieu en de aanwezigheid van goede scholen en een goed recreatiemilieu. Groen telt daarbij wel mee, maar groen in de wijk vindt men belangrijker dan grote groenelementen in de regio.’
Bron: Rood en groen : het combineren van verstedelijking en natuur in de praktijk – Wageningen UR